KNHB verhoogt selectieleeftijd districtsteams

Met ingang van seizoen 2018-2019 verhoogt de KNHB de leeftijdsgrens voor het opgeven van spelers voor de districtsselecties. Dit houdt in dat verenigingen aan het eind van het lopende seizoen 2017-2018 alleen spelers kunnen opgeven uit het geboortejaar 2005.

Onderstaande afbeelding toont de leeftijdsgrenzen die de KNHB hanteert voor de reguliere (club)competitie aan de ene kant en de districtsselecties en nationale teams aan de andere kant. Daarbij is er een verschil tussen de internationale peildatum en de peildatum die de KNHB hanteert. Een uitgebreide uitleg over deze procedure vind je in de download ‘Peildatum 1 oktober’ onderaan dit artikel.

Passend in de ‘Visie op de ontwikkeling van hockeyers’

Het verhogen van de districtsleeftijd is een belangrijke stap die past in de ‘Visie op de ontwikkeling van hockeyers’ van de KNHB. Over dit nieuwe beleidsplan is tijdens het Nationaal Hockey Congres 2018 uitgebreid gesproken. Tot en met de D-Jeugd is het belangrijk dat kinderen tijdens het sporten focussen op plezier maken, spelen en ontdekken. Daarbij hoort het ontdekken van verschillende sporten en maximaal twee keer per week in teamverband trainen met een focus op inspireren, uitdagen, techniek ontwikkelen, spelen en plezier maken. Onderzoek en ervaring wijzen uit dat selecteren tot deze leeftijdscategorie minder tot geen zin heeft en bovendien onnodige druk legt op jonge spelers. Een belangrijke aanleiding voor de KNHB om selectiehockey bij de districts- en nationale teams pas vanaf 13-15 jaar aan te bieden.

Kwaliteit boven kwantiteit met een focus op duurzaamheid

Basisschool kinderen zijn tegenwoordig veel minder motorisch vaardig dan dertig jaar geleden. Uit het loopbaanonderzoek dat is uitgevoerd onder (oud-)internationals (ook te vinden in de downloads onderaan dit artikel) blijkt dat bijna alle tophockeyers in hun jeugd (tot 14-16 jaar) meerdere sporten hebben beoefend. Bovendien geeft een coördinatietest bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar aan dat hetzelfde niveau wordt bereikt bij een combinatie van minder trainingsuren in verschillende sporten, dan bij meer trainingsuren binnen één sport (onderzoek Fransen et al., 2012).

Gelijkwaardige training en een breed motorisch FUNdament binnen de vereniging voor spelers tot en met de D-jeugd zorgt op de langere termijn voor een kwalitatief en hoogstaand hockeyaanbod. Spelen moet de boventoon voeren bij jonge kinderen (onderzoek Jean Coté, 2007). Hiermee verlaagt de kans op vervroegde uitval door ‘burn-out’ verschijnselen en blessures door overbelasting. Een grote(re) hoeveelheid uren aan gerichte training biedt namelijk geen garantie voor het worden van een topper, maar legt wel een flinke, onnodige druk op de speler. De kwaliteit en diversiteit van de training is veel belangrijker.

Kortom, een kind dat tot en met de D-jeugd twee keer per week op de juiste manier traint, een leuke wedstrijd speelt op zaterdag, daarnaast zelf met bal en stick in de weer is en met andere sporten in aanraking komt, heeft een veel betere kans om zich later te ontwikkelen tot een goede hockeyer.

Meer weten over de verschillende fasen van motorische talentontwikkeling en het belang van een breed motorisch fundament? Lees dan de publicatie ‘Perceptueel-motorische talentontwikkeling’ van prof. dr. Geert Savelsbergh (VU Amsterdam).

Wil je meer informatie over de ‘Visie op de ontwikkeling van hockeyers’ van de KNHB? Neem dan contact op met Gerold Hoeben of Joost van Geel.

Downloads

Deel deze pagina