Spelregels hockey
Hockey is een geweldige sport om te doen of te kijken.
Hieronder vind je de basisregels van veldhockey.
Op zoek naar meer spelregels?
Basisregels voor veldhockey
- Volwassen hockeyteams spelen 11 tegen 11. Bij jeugdteams komen ook kleinere teams voor en gelden soms andere regels.
- Alle spelers hebben een eigen stick. Alleen met de platte kant daarvan mogen ze de bal spelen. De andere kant heet de bolle kant.
- Een bitje en scheenbeschermers zijn verplicht om te dragen tijdens de wedstrijden.
- Een doelpunt is geldig als de aanvallende partij de bal binnen de cirkel (het doelgebied) raakt en de bal daarna volledig over de doellijn gaat.
- Bij hockey mag je onbeperkt doorwisselen tijdens de wedstrijd. De speler die in het veld komt, mag pas het veld inlopen als de andere speler uit het veld is. Dit gebeurt bij de middenlijn.
- Een wedstrijd wordt gefloten door 2 scheidsrechters, allebei aan 1 kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn helft.
- Een reguliere hockeywedstrijd bestaat uit 70 minuten. Er zijn 4 delen van 17,5 minuut: kwarten. Na het eerste en het derde kwart is een pauze van 2 minuten. In de rust, na het tweede kwart, volgt een pauze van 5 minuten. Internationale wedstrijden en wedstrijden in de Hoofdklasse duren 60 minuten (4 x 15 minuten).
- Er is geen blessuretijd. De tijd wordt tijdens de wedstrijd stilgezet door de scheidsrechter, bijvoorbeeld bij een blessure of als een speler een kaart krijgt.
Hoe mag je de bal spelen?
Bij hockey mag je de bal op 4 verschillende manieren spelen:
- Een slag is een zwaaiende beweging van de stick tegen de bal.
- Een push is een duwbeweging met de stick tegen de bal.
- Een flats is een techniek die tussen de slag en push in zit.
- Een scoop is een scheppende beweging met de stick, waardoor de bal omhoog gaat.
Wanneer mag een hoge bal?
Elke speler mag de bal omhoog spelen met een push of scoop, zolang het geen gevaarlijk spel is of leidt tot gevaarlijk spel. Speel je de bal omhoog in de richting van een tegenstander binnen 5 meter? Dan geldt dat als gevaarlijk. En als de tegenstander op de bal of de aanvaller inloopt zonder de intentie te hebben om de bal met zijn stick te spelen, dan wordt deze bestraft voor gevaarlijk spel.
Je mag de bal in het veld niet opzettelijk omhoog slaan met een flats of slag. De scheidsrechter beoordeelt of dit het geval is. Een flats is technisch gezien een slag, daarom mag een hoge flats alleen op doel gespeeld worden. Een schot op het doel mag ook door een slag omhoog gespeeld worden, mits niet gevaarlijk voor de tegenstander.
Shoot en afhouden
Shoot en afhouden zijn veelvoorkomende overtredingen. Bij shoot komt de bal tegen de voet, been of ander lichaamsdeel van een speler. De beslissing van de scheidsrechter is afhankelijk van de plek waar de speler shoot maakt.
Je mag de bal niet afschermen met je lichaam of met je stick. Doe je dit wel dan is er sprake van afhouden en is dat een overtreding.
Straffen
De beslissing van de scheidsrechter is afhankelijk van de plaats van de overtreding:
- Bij een overtreding in de cirkel volgt een strafcorner.
- Voorkomt een overtreding een doelpunt? Dan krijgt de tegenstander een strafbal.
- In andere gevallen volgt een vrije slag.
De scheidsrechter kan er ook voor kiezen om door te laten spelen, als dit voordeel oplevert. Bij zwaardere overtredingen kan de scheidsrechter een kaart geven.
Strafcorner
Een strafcorner is een straf voor het verdedigende team en een grote kans om te scoren voor de aanvallende ploeg. Een strafcorner wordt toegekend bij:
- Een onopzettelijke overtreding van een verdediger in de cirkel, waarbij geen doelpunt wordt voorkomen.
- Een opzettelijke overtreding van een verdediger binnen het 23-metergebied, buiten de cirkel.
- Het opzettelijk over de eigen achterlijn spelen van de bal.
Zo werkt een strafcorner
Het aanvallende team speelt de bal van het strafcornerstreepje op de achterlijn. Eerst moet de bal buiten de cirkel worden gebracht. Daarna mogen ze scoren. Het eerste schot, wanneer geslagen of geflatst, mag niet hoger dan de plank in het doel eindigen. Een push mag wel hoog worden gemikt.
Strafbal
Een strafbal lijkt op een penalty in een voetbalwedstrijd. Vanaf de stip mag de nemer 1 keer op doel pushen. De speler heeft geen rebound of 2e kans.
Wanneer krijg je een strafbal?
- Als een verdediger een opzettelijke overtreding in zijn cirkel maakt tegen een tegenstander in balbezit.
- Als een verdediger een opzettelijke overtreding maakt, waardoor een tegenstander niet in balbezit kan komen.
- Als een verdediger een opzettelijke óf onopzettelijke overtreding in zijn cirkel maakt, waardoor deze een zeker doelpunt voorkomt.
Groene, gele en rode kaarten
Tijdens hockeywedstrijden kan de scheidsrechter overtredingen bestraffen met een strafkaart. Hockey kent 3 soorten strafkaarten:
- Een speler die een groene kaart krijgt, moet 2 speelminuten afkoelen buiten het veld. Het team van deze speler speelt die 2 minuten met een speler minder verder. 2 groene kaarten aan dezelfde speler is geel tenzij de speler de kaart krijgt in de functie van aanvoerder.
- Bij een gele kaart moet een speler het veld ook verlaten. Bij iets zwaardere overtredingen moet de speler het veld voor 5 minuten verlaten en bij zwaardere overtredingen voor 10 minuten. 2 gele kaarten aan dezelfde speler is rood, tenzij de speler de kaart krijgt in de functie van aanvoerder.
- Een rode kaart is voor een speler die een ernstige overtreding maakt. De speler moet dan definitief het veld verlaten. Dit komt gelukkig nauwelijks voor bij hockey.
Shoot-outs
Shoot-outs zijn 1-op-1 duels tussen een speler en een keeper. Ze worden alleen genomen als er na een gelijkspel een winnaar moet worden bepaald. In de reguliere speeltijd van reguliere wedstrijden komt een shoot-out dus nooit voor.
Vanaf de 23-meterlijn rent de aanvaller richting het doel. Deze probeert binnen 8 seconden te scoren. In die 8 seconden mag de aanvaller meerdere doelpogingen doen, zolang de bal in het spel of het veld blijft.
Scheidsrechters
Een wedstrijd wordt gefloten door 2 scheidsrechters, allebei aan 1 kant van het veld. Elke scheidsrechter beslist over het spel op zijn helft.
Video-referral
Tijdens wedstrijden van het Nederlands elftal en bij sommige wedstrijden van de Hoofdklasse is er een videoscheidsrechter. Deze doet alleen mee als er een vraag wordt gesteld. Beide teams mogen een zogenaamde video-referral aanvragen voor alle situaties in het 23-metergebied die leiden tot een strafcorner, strafbal of een doelpunt. Krijgt het team gelijk? Dan mag het team later nog een video-referral aanvragen. Als dit niet zo is, zijn ze hun video-referral in de wedstrijd kwijt.
De scheidsrechters op het veld kunnen zelf ook een video-referral aanvragen, om te controleren of ze de juiste beslissing hebben genomen.
Wil jij zelf scheidsrechter worden?
Word ook scheidsrechter en kom bij #Teamfluit. Klik hier voor meer informatie.