Periode 2 Oefening 3.2

Doel

Balanceren, vallen, rijden en glijden; Kruipen, klauteren en klimmen

Benodigdheden

Organisatie

De kinderen staan allemaal op een rij met een ballon in hun hand. We gaan op verschillende manieren een ballonnenrace houden. Start met de ballon op twee handen te leggen en zo de overkant te halen, of leg de ballon op één van je twee handen, of sla de ballon telkens een klein beetje omhoog en wissel af met je linker en rechter hand.

Tips voor de trainer

• Let erop dat de kinderen niet gaan botsen als de ballonnen de lucht in vliegen.
• Zorg dat ze de ballon zo veel mogelijk dichtbij zich houden.
• In plaats van een ballon kan je een tennisbal of gymbal gebruiken.

Moeilijker maken

• Krab- of gorillalopen waarbij de ballon op je buik/rug blijft liggen, dit kan je ook in tweetallen doen waarbij ze de ballon naar elkaar overgooien terwijl ze bijvoorbeeld aan het gorillalopen zijn.