Doel
Gooien, vangen, dribbelen en slaan; Wandelen en rennen
Gooien, vangen, dribbelen en slaan; Wandelen en rennen
Twee kinderen gaan afwisselend zwaaien aan het touw die je ophangt in de speeltuin of in het clubhuis. Met de andere zes ga je kijken welke kikker het verste kan springen. Je start eerst met op de grond zo ver mogelijk springen. Zoek daarna een kleine verhoging op en spring van daaraf zo ver mogelijk.