Periode 1 Oefening 3.3

Doel

Wandelen en rennen; Schoppen en dribbelen

Benodigdheden

Organisatie

Alle kinderen staan op de lijn met een stok en ring. Ze gaan van lijn naar lijn voortbewegen.

Tips voor de trainer

• Zorg dat ze dezelfde grip hebben als met een hockeystick, dus linkerhand boven en rechterhand halverwege.
• Let op dat ze niet gaan botsen.

Moeilijker maken

• Zet ze ergens in het vierkant en laat ze door elkaar heen bewegen.
• Maak er eventueel een spelletje van dat als de trainer ‘freeze’ roept ze moeten bevriezen.