Selecteren kun je leren: hoe beoordelen een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een speler
Enkele verschillen tussen hockeyverenigingen in Nederland en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond
Selecteren is een vak apart. In het bedrijfsleven, in vrijwel iedere sport en dus ook binnen het hockey. Het is een onderwerp dat vaak voor discussies zorgt. Voor de ene sporter betekent het euforie en blijdschap. Voor de ander pijn, verdriet en misschien wel het gevoel van falen.
Er zijn verschillende manieren van beoordelen (Van Boxel & Van Mossel, 2016):
- Formatief: om sporters te begeleiden in hun leerproces gedurende een langere periode, zonder dat er direct beoordeeld wordt; vervolgens beoordelen om te leren (procesgericht)
- Summatief: op één specifiek moment, om de prestatie te beoordelen en te rapporteren; beoordelen om te selecteren (productgericht)
- Objectief: gebaseerd op feiten
- Subjectief: gebaseerd op een mening
Deze termen vliegen je op de sportvelden om de oren, maar toch kan moeilijk hard worden gemaakt waarom de ene manier van beoordelen beter is dan de andere. En dus gaat het uiteindelijk vaak om fingerspitzengefühl. Daardoor blijft het een erg gevoelig onderwerp op bijna iedere club en binnen bijna iedere sport. We moeten onszelf ten doel stellen dat er, in plaats van iets negatiefs, iets positiefs van wordt gemaakt waardoor een bijdrage aan het leerproces van een speler wordt geleverd.
Om te bepalen hoe we die doelstelling kunnen behalen moeten we eerst kijken hoe er nu binnen hockeyclubs in Nederland wordt beoordeeld in relatie tot het selectiebeleid van de KNHB.
Beoordelen kan een grote bijdrage leveren aan het ontwikkelingsproces van een kind
Selecteren ja of nee?
Vandaag de dag zorgt de selectieprocedure bij veel clubs voor discussie. Dat is zonde, want eigenlijk is selecteren niet verkeerd. Selecteren is niets meer of minder dan differentiëren om het voor iedereen leuk en leerzaam te houden. Wel is er ruimte voor verbetering in de wijze waarop er vandaag de dag geselecteerd wordt. De KNHB heeft in 2018 uitgesproken om tot 12 jaar niet meer te selecteren (NOS, 2018). Als er wordt gekeken naar hoe dit nu gebeurt bij hockeyverenigingen in Nederland, dan is deze werkwijze niet objectief en concreet, waardoor de selectieprocedure gepaard gaat met veel tranen, onbegrip en boosheid bij de spelers die het (net) niet halen.
Selecteren is niets meer of minder dan differentiëren om het voor iedereen leuk en leerzaam te houden
Criteria
Navraag bij zes hockeyclubs in Nederland leerde dat vier componenten centraal staan tijdens de selectieprocedure bij de onderzochte hockeyverenigingen:
- Techniek
- Tactiek
- Fysiek
- Mentaal
Als resultaat van de selectieprocedure zijn er spelers die afvallen, boze ouders en ontstaat er veel stress (Bouma, 2016). Daarom pleiten verenigingen voor een formatieve selectieprocedure. Formatief wil zeggen dat er naar het proces wordt gekeken in plaats van naar een momentopname zoals een selectietraining of selectiewedstrijd (SBO, 2018). In de praktijk blijkt dat dit bij 1 op de 6 verenigingen lukt en dat de overige 5 hockeyverenigingen gebruik maken van een formatieve beoordeling, maar dit combineren met een subjectieve beoordeling.
Concretiseren
De onderzochte clubs zeggen dat ze objectief beoordelen omdat er meerdere mensen kijken, maar concreet uitgeschreven formats zijn bij hen helaas (nog) niet aanwezig, met als gevolg dat er dus subjectief beoordeeld wordt. Hierdoor kan het gebeuren dat wanneer twee mensen naar een speler kijken en de intentie hebben om een objectieve beoordeling te geven, bij allebei iets anders opvalt aan de speler. Hierdoor is de beoordeling dus niet objectief omdat er geen concreet uitgeschreven format, waarop staat beschreven waar precies naar gekeken moet worden, is meegegeven. Het daadwerkelijk objectief beoordelen (op basis van feiten, zonder een bepaalde voorkeur) blijft bij een open vaardigheid (bijvoorbeeld hockey, voetbal, basketbal) erg lastig (Weijnen & Ficq-Weijnen, 2012).
Voor een goede selectieprocedure moet een beoordeling dus objectief, maar bovenal concreet zijn. Een beter woord om te gebruiken tijdens de selectieprocedure is dan ook concretiseren. Wanneer er concrete maatstaven aangegeven zijn, wordt het duidelijk waarneembaar wat en waarop er beoordeeld wordt en kan dit een toevoeging zijn aan het leerproces van een kind. Een speler weet dan wat er wordt verwacht en weet ook wat hij – als hij hierop onvoldoende gescoord wordt – nog beter kan doen en waar specifiek op getraind kan gaan worden. Helaas worden er in praktijk vaak containerbegrippen gebruikt zoals: “Speler A is verdedigend zwakker dan speler B.” Op deze manier weet speler A niet wat hij beter moet doen om zich verdedigend te ontwikkelen.
Een beter woord om te gebruiken tijdens de selectieprocedure is dan ook concretiseren
Aanpak KNHB
Als het gaat om oudere jeugd en tophockey blijkt uit de aanpak van de KNHB bij de selectie van Nederlands B (14 tot 16 jaar) dat kernpunten al meer worden geconcretiseerd. Als voorbeeld: de oefening in figuur 1 (geschikt voor A/B-jeugd) is weliswaar nog niet helemaal ‘SMART’ (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden) gemaakt en dus nog niet 100% concreet, maar biedt al duidelijk een bijdrage aan het leerproces van een speler.
De KNHB hanteert vier niveaus (niet in figuur 2 te zien):
- Niveau 1 = Niet goed genoeg voor betreffende team
- Niveau 3 = Negatieve twijfel voor betreffende team (niet in figuur 2 te zien)
- Niveau 4 = Positieve twijfel voor betreffende team (niet in figuur 2 te zien)
- Niveau 6 = Goed genoeg voor betreffende team
Niveau 1 en niveau 6 zijn specifiek voor elke oefening concreet uitgeschreven. Om een nog grotere bijdrage te kunnen leveren aan het leerproces zou het nog beter zijn om niveau 3 en 4 ook concreet uitgeschreven te hebben. Zo krijgt iedere speler een persoonlijke beoordeling met verbeterpunten en kan op die manier aan een gericht doel gewerkt worden. Dit sluit aan bij de visie van de KNHB: ‘Beoordelen heeft als doel om de persoon die wordt beoordeeld verder te helpen in zijn ontwikkeling.’ (Papen, 2018).
Voorbeeld toepassing
Een voorbeeld van deze werkwijze zoals toegepast bij de selectie van het Nederlands opleidingsteam B: tijdens de uitleg wordt aan de scouts verteld dat iedere oefening een bepaald thema heeft. Bijvoorbeeld het thema ‘Verdedigen’, dat weer is opgesplitst in ‘Benaderen en sturen’ en ‘Afpakken’. Beide elementen worden gescoord met niveau 1, 3, 4 of 6. Zo weet een speler achteraf dus waar hij in verdedigend opzicht goed in is en wat nog verbeterd kan worden. Daardoor is ‘Verdedigen’ geen containerbegrip meer. Er staat uitgeschreven wat er bij die twee aspecten wordt verwacht en op die manier kan steeds meer naar een persoonlijk leerdoel worden gewerkt.
Wanneer een speler tijdens de verdedigende oefening erg opvalt in het voorbij spelen van verdedigers, maar niet voldoet aan de hogere niveaus van het verdedigende thema, wordt alsnog een laag niveau genoteerd, ook al vindt de beoordelaar hem een goede speler. Er wordt per thema gescoord op wat het thema bij de oefening is. Blijkt deze speler toch positief op te vallen, kan er een Unique Selling Point genoteerd worden.
Beoordelen heeft als doel om de persoon die wordt beoordeeld verder te helpen in zijn ontwikkeling
Een voorbeeld van een concreet uitgeschreven beoordelingsformat voor een technische vaardigheid is te zien in figuur 3. Een format dient aangepast te worden aan het te beoordelen aspect (in dit geval de techniek van de aanname), het niveau, de leeftijdscategorie en de visie van de club en de coach.
Het hoofddoel hoeft ook niet de ontwikkeling van een volledig SMART en concreet uitgeschreven format te zijn, want er is bij een open vaardigheid nou eenmaal veel afhankelijk van de context. En hoe hoger het niveau, hoe dichter de niveaus van de spelers bij elkaar liggen. Wel is het belangrijk dat beoordeeld wordt aan de hand van concrete formats om de uitslag van de beoordeling transparant uit te kunnen leggen aan spelers, ouders en trainers. Ook voor de beoordelaars heeft het een positieve werking. Zij zullen niet meer de eeuwige negativiteit over zich heen hoeven te krijgen: ze kunnen hun keuzes verantwoorden.
Daarnaast is er nog iets te zeggen over de normering van de te beoordelen aspecten. Wanneer de visie van een vereniging en/of coach bijvoorbeeld is dat de coachbaarheid of het mentale aspect zwaarder dient te wegen dan de techniek of tactiek van een speler, kan dit makkelijk worden verwerkt in een format. Zo zou bijvoorbeeld de coachbaarheid ook gescoord kunnen worden aan de hand van concreet uitgeschreven criteria, gekoppeld aan punten. Wanneer dan bijvoorbeeld de coachbaarheid normering 3 krijgt ten opzichte van de techniek normering 1, kan dit ook meegenomenworden in de nieuwe vorm van selecteren. Op deze manier komt een einde aan veel discussies en uitleg aan de hand van loze begrippen waar een speler niet verder mee komt.
Winst
Er wordt nog wel eens in de wandelgangen geroepen: “Ja, zij zit in de B1 want haar vader sponsort.” Dit zijn uitspraken die je als club wilt voorkomen. Wanneer er aan de hand van concrete formats beoordeeld wordt, kunnen deze uitspraken makkelijk de kop worden ingedrukt.
In plaats van de selectieprocedure als iets negatiefs te zien zou het erg mooi zijn om dit met elkaar te keren door de selectieprocedure tot een toegevoegde waarde aan de ontwikkeling van het kind te maken door aan de slag te gaan met concrete beoordelingscriteria.
De winst die gemaakt wordt is met name het wegnemen van de discussies omdat er uitleg kan worden gegeven over gemaakte keuzes en deze ook zichtbaar zijn voor mensen die niet beoordeeld hebben. Maar misschien nog wel belangrijker: het inzichtelijk maken van het leerproces en de ontwikkeling van een speler, waaruit ook weer persoonlijke leerdoelen opgesteld kunnen worden.
Maak de selectieprocedure tot een toegevoegde waarde aan de ontwikkeling van het kind door aan de slag te gaan met concrete beoordelingscriteria
Deselecteren
Zo zal ook het deselecteren hopelijk minder schade aanrichten bij een speler. Er komt door uitleg aan de hand van de concrete criteria meer begrip en er kunnen persoonlijke leerdoelen gesteld worden om de gedeselecteerde speler dusdanig optimaal te kunnen gaan trainen dat er volgend seizoen misschien weer aangehaakt kan worden.
Niet alleen de spelers die gedeselecteerd zijn hebben hier wat aan, ook de spelers die het wel gehaald hebben. Zij hebben waarschijnlijk nog ruimte voor verbetering, wat mede af te lezen is uit de behaalde scores. Aan de hand daarvan kunnen er weer nieuwe verbeterpunten opgesteld worden. Een speler weet nu wat er van hem verwacht wordt en waaraan gewerkt kan worden. Zo heeft ook de trainer/coach doelen waarmee hij aan de slag kan met zijn spelers. Wanneer er alleen ‘techniek’ staat, is dat een loos begrip. Want wat is techniek? Wat moet er dan anders? Is dat aanvallend, verdedigend? Gaat het om een push of een flats?
Praktische tips
Om een concreet format te ontwikkelen is het van essentieel belang de visie van de vereniging en de hoofdtrainers en/of de Technische Commissie inzichtelijk te hebben. Vanuit dat gezamenlijke vertrekpunt kan er stap voor stap worden gekeken op welke componenten er wordt beoordeeld en wat per niveau en leeftijdscategorie verwacht wordt. Ieder te beoordelen component krijgt een eigen schema met een bijpassende normering.
Eerder in dit artikel ging het bijvoorbeeld over het verdedigende thema ‘Benaderen & sturen en afpakken’. Wanneer de hoofdpunten van dat thema duidelijk zijn, kunnen ze verder uitgewerkt worden. Belangrijk is dat de uitwerking om kernpunten gaat, want bij een teveel aan punten wordt dit plan te moeilijk om uit te voeren. Ga daarom als vereniging stap voor stap te werk om de hoofdpunten uit te werken in een bruikbaar format en kijk daarbij vooral ook naar het beschikbare (en voldoende deskundig) technisch kader.
Het wordt aangeraden om een concreet format te schrijven op de 1e lijn teams van een leeftijdscategorie (bijvoorbeeld de B). Wanneer dit voor het selectieteam geschreven is, kan het vervolgens ook worden vertaald en aangepast worden naar lagere teams. Belangrijk is dat dit vanuit de Technische Commissie wordt ontwikkeld en trainers en coaches niet aan de slag gaan met zelf ontwikkelde formats zonder dat hier overleg over is geweest.
Wanneer uiteindelijk per persoon de behaalde resultaten inzichtelijk zijn, kan zowel een selectie- als een persoonlijk ontwikkelplan worden opgesteld.
Conclusie
De intentie van dit artikel is verenigingen te laten inzien dat concretiseren tijdens de selectieprocedure een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een speler en het daarnaast ook veel onvrede weg kan halen bij leden, ouders en trainers. Het zal leed besparen bij sporters die afvallen, door hen uitleg te geven aan de hand van criteria die voor iedereen waarneembaar zijn. Daardoor is het te hopen dat het de ‘afvaller’ minder beschadigt en hij behouden wordt voor een blijvende deelname aan de bewegingscultuur. Duidelijk moet wel zijn dat het doel niet is om de volledige selectieprocedure objectief te maken. Vanwege veel externe aspecten en een continu veranderende context is een open vaardigheid moeilijk meetbaar te maken. Hopelijk levert dit artikel een bijdrage om keuzes te verduidelijken en te verantwoorden, met mogelijk als resultaat dat het negatieve gevoel rondom de selectieprocedure vermindert. Want de glimlach van een kind op het veld is toch het mooiste wat er is?
Bronnen
- Bouma, K. (2016, juni 27). https://www.volkskrant.nl/sport/coach-waarom-zit-mijn-kind-niet-bij-de-selectie~b9dd8bba/
- KNHB. (2019). Briefing selectie OPLB juni 2019. Utrecht Utrecht §: KNHB
- NOS. (2018, mei 30). NOS-interview Karien Meuleman.
https://nos.nl/artikel/2234283-hockeybond-stop-met-stressvolle-selectietrainingen-voor-jeugd.html - Papen, N. (2018, april 20). https://www.knhb.nl/kenniscentrum/hockey-visie/de-onmogelijkheden-van-beoordelen-en-selecteren-in-de-hockeysport-door-niels-papen.
- SBO. (2018, januari 26). Studiecentrum voor bedrijf en overheid. https://blog.sbo.nl/onderwijs/formatief-summatief-toetsen/.
- Van Boxel, M. & Van Mossel, G. Download document: Formatief beoordelen
- Weijnen, A. & Ficq-Weijnen, A. (2012). Nederlands Pocketwoordenboek. Houten: Unieboek.