MHC Nieuwegein leidde in vier jaar tijd twaalf CS+ scheidsrechters op
Inleiding
MHC Nieuwegein leidde in vier jaar tijd twaalf CS+ scheidsrechters op en steunde vijf van hen in hun doorontwikkeling tot bondsscheidsrechter. Nieuwegein bereikte dit door zelf actief op zoek te gaan naar geschikte kandidaten en die enthousiast te maken voor het vak. Ieder seizoen selecteert de club weer een aantal deelnemers, voor een begeleidingstraject van beginnende tot volwaardige scheidsrechter. Veelal met succes.
Resultaten
- Twaalf zelf opgeleide en enthousiaste CS+ scheidsrechters in vier jaar tijd
- Kwalitatief goede scheidsrechters die passen bij het niveau van de vereniging
- Ontstaan van een arbitrage-gemeenschap, die samen wedstrijden nabespreken
- CS+ scheidsrechters kunnen doorgroeien naar bondsscheidsrechters
Aanpak
Start met leercoach CS+
Om CS+ scheidsrechters op te leiden op je vereniging, heb je een opgeleide leercoach nodig die hen begeleidt in dat traject. Bij MHC Nieuwegein zijn ze daarom meteen gestart met een combinatie van beide. “We zijn helemaal in het begin met drie enthousiaste mensen aan het CS+ traject begonnen”, vertelt Guus Pijnenburg, CS+ coördinator bij MHC Nieuwegein. “Zij hebben toen ook meteen de leercoach CS+ opleiding gevolgd, zodat ze later andere scheidsrechters konden opleiden. In vier jaar tijd (2014-2018) hebben we uiteindelijk zelf twaalf CS+ scheidsrechters opgeleid. Een vijftal daarvan is inmiddels zelfs doorgegroeid naar bondsscheidsrechter. Vanaf dit najaar willen we weer met twee a drie mensen starten.
Hoewel we al een behoorlijk mix hebben van oud en jong in de huidige CS+, willen we ons in de komende opleidingsronde meer richten op de wat jongere scheidsrechters.”
Zelf zoeken naar geschikte kandidaten
MHC Nieuwegein merkte dat mensen zich vaak niet vanzelf meldden voor het traject om CS+ scheidsrechter te worden. En dus besloot de vereniging zelf geschikte kandidaten te selecteren en die enthousiast te maken voor het vak. “We kijken op de club wie al een behoorlijk fluitniveau hebben en wie dus geschikt zijn voor wat uitdagendere potjes”, legt Pijnenburg uit. “Die pikken we er vervolgens uit. In het begin geven we ze alleen wat tips mee en kijken we of ze die succesvol toepassen. Als blijkt dat ze dat doen en dus goed coachbaar zijn, dan vragen we of ze openstaan voor het CS+ traject. Op die manier weten we ieder jaar wel twee a drie nieuwe mensen te rekruteren. Het is daarbij wel belangrijk dat ze wekelijks kunnen en willen fluiten, zodat er in korte tijd veel ervaring opgedaan wordt.”
Hanteer een voorzichtige benadering en neem de tijd
Volgens Pijnenburg is het belangrijk om mensen voorzichtig te benaderen en ze niet gelijk voor het blok te zetten. “Ga eerst gewoon het gesprek aan met mensen over het fluiten zelf. Vraag of ze het leuk vinden, en hoe ze het vinden als je meekijkt en af en toe wat feedback geeft. Het is belangrijk dat je ze langzaam laat wennen aan dat idee en dat je polst of ze daarvoor openstaan. Als blijkt dat dat zo is, kun je ze vertellen over het CS+ traject en ze enthousiasmeren om daaraan mee te doen. Vaak ben je dan wel al één of twee seizoenen verder, omdat het belangrijk is dat je met een geschikte en gemotiveerde kandidaat aan het CS+ traject begint. Daar moet je de tijd voor nemen.”
Werk waar mogelijk samen met buurverenigingen
Pijnenburg benadrukt dat het aan te raden is om samen te werken met buurverenigingen, zodat je uiteindelijk elkaars CS+-kandidaten kunt beoordelen. “De PvB (Proeve van Bekwaamheid) doen we meestal in samenwerking met onze buurclubs: Houten en IJsseloever. Dit doen we, zodat een externe leercoach de kandidaat uiteindelijk kan beoordelen. Vaak ronden we het officiële CS+ traject binnen één seizoen af.”
Daarna is het voor Pijnenburg en MHC Nieuwegein vooral genieten van kwalitatief goede scheidsrechters op de vereniging. “Door de extra aandacht voor arbitrage, merk je dat teams en trainers veel bewuster omgaan met arbitrage. De kunde stijgt, waardoor ook het plezier stijgt. De hele club heeft er baat bij”, besluit Pijnenburg.
Voor extra informatie zie bijlage.