Tips en adviezen voor de Funkey training

Je gaat aan de slag met de Funkey modules. Dit belooft een mooi feest te worden. Voordat je start met de eerste Funkey-les hebben we een aantal tips en adviezen over het gebruik van de oefeningen uit het kenniscentrum.

Trainers/begeleiders

  • Het is belangrijk dat je (professionele) affiniteit hebt met de leeftijdsgroep 4/5-jarigen. Kleuterleidsters, groepsleerkrachten, (kinder)fysiotherapeuten, onderwijzers en/of leraren (LO) hebben allemaal een pedagogisch-didactische achtergrond om op een veilige en verantwoorde wijze met 4/5-jarigen om te gaan.
  • Het is verstandig om gebruik te maken van één of meerdere assistenten die affiniteit hebben met de doelgroep.
  • Kies je in de winter voor een voortzetting in een gymnastiekzaal? Dan is het erg belangrijk dat je alléén materialen gebruikt die binnen dit programma worden aangegeven!
  • Van de trainer/begeleider wordt verwacht dat hij of zij de lessen verzorgt in trainingskleding.
  • De trainer/begeleider heeft een goede lesvoorbereiding gedaan. Hij of zij heeft een kopie of een uitdraai van de les en/of de lesonderdelen bij zich.

Organisatie en aantal deelnemers

Alle lessen en benodigde materialen zijn gebaseerd op 8 deelnemers en bij voorkeur 2 begeleiders. Het kan natuurlijk zo zijn dat er 2×8, 3×8 of zelfs 4×8 deelnemers zijn. Hoe kun je dat organiseren zodat er binnen een lesuur ook met meer dan 8 deelnemers gewerkt kan worden? We raden aan om sowieso alle 4 de oefeningen voordat je begint uit te zetten, ook met 1 groepje van 8 deelnemers.

In de eerste plaats heb je dan natuurlijk meer begeleiders nodig en het advies blijft staan dat je voor elke 8 deelnemers 2 begeleiders moet hebben. Dus bij 16 deelnemers 4 begeleiders, bij 24 deelnemers 6 begeleiders en bij 32 deelnemers 8 begeleiders.

Je kunt overwegen om bij meerdere groepen zeker 2 begeleiders per groep in te zetten, maar daarnaast ook een coördinator die het geheel en de tijdbewaking van het doordraaien in de gaten houdt.

In de tweede plaats kun je van te voren 4 oefeningen uitzetten en met een doordraaischema gaan werken. In onderstaand overzicht worden voorbeelden weergegeven. Na 10-12 minuten wordt er dan doorgedraaid.

Veiligheid en groepsgrootte

Veiligheid staat bij elke les altijd voorop. Van het begin tot het einde; van de aankomst van de kinderen tot het moment dat zij door hun ouders worden opgehaald. Tijdens de lessen is het daarom raadzaam om met twee begeleiders te werken, waarbij de ideale groepsgrootte maximaal 8 kinderen is. Onder veiligheid verstaan we zeker ook de emotionele en pedagogische veiligheid die we de kinderen moeten bieden. Voor kinderen – zeker in deze leeftijdscategorie – is het zeer belangrijk dat zij zich thuis en vertrouwd voelen op de hockeyvereniging.

Fantasiewereld kinderen

Kinderen hebben een grote fantasie waar je als trainer gebruik van kunt maken. Het voorleesboekje ‘Stockey wil op hockey’ helpt je als trainer een fantasiewereld te creëren voor de kinderen. In de avonturen die Stockey met zijn dierenvriendjes meemaakt leert hij alle beweegvormen die ook in het Funkey-programma voor komen.

Zo kun je springen als een kikker, rollen als een egel, zwaaien als een gorilla, springen als een bok, sluitpassen maken als een krab, enz. Laat het boekje je inspireren bij het geven van de trainingen.

Methodische uitbouw en mogelijkheden tot differentiatie

In alle lessen gaan we uit van een eerste bewegingsaanbod en één of enkele variaties daarop. Het is verstandig om eenvoudig te beginnen en vervolgens – als het loopt – de les uit te bouwen. De mogelijkheden voor uitbouw zijn uiteraard afhankelijk van het niveau van de groep, maar ook van de leeftijd. Zo is het mogelijk om voor 4-jarigen en voor 5-jarigen een les op verschillende wijzen op- en uit te bouwen. Ook kun je binnen één les voor de verschillende niveaus en/of leeftijden differentiëren.

Afstanden tussen pylonen en/of spelers

Op de tekeningen zijn geen afstanden van veldjes aangegeven. Zorg als begeleider dat je bij de oefeningen de afstanden tussen pylonen en/of kinderen niet te klein of te groot maakt. De afstanden zijn uiteraard ook afhankelijk van de leeftijd en het niveau van de kinderen, maar over het algemeen geldt het volgende:

  • Afstanden moeten niet te klein zijn … want anders is er gevaar voor tegen elkaar oplopen, te weinig uitdaging en bijvoorbeeld te snel getikt worden in een tikspel.
  • Afstanden moeten niet te groot zijn … want het is niet de bedoeling dat kinderen te grote afstanden moeten afleggen om iemand te tikken, dat het te inspannend gaat worden en dat de groep te ver uit elkaar komt te staan.

Materialen

De meeste materialen die nodig zijn voor de lessen zijn over het algemeen aanwezig bij de hockeyvereniging. In het kenniscentrum staat per oefening beschreven welke materialen je nodig hebt. Waar nodig kunnen verenigingen materialen zelf aanschaffen. Op www.knhb.nl/funkey is een aantal linkjes te vinden voor materialen.

Deel deze pagina