Beleid discriminatie en (seksuele) intimidatie
Het staat buiten kijf dat elke vorm van discriminerend en/of seksueel gedrag in welke vorm dan ook, dat als ongewenst of opgedrongen wordt ervaren door de ontvanger, niet tolerabel is. Talloze voorbeelden zijn er op te noemen, van kleine opmerkingen tot ernstigere zaken.
Met betrekking tot seksuele intimidatie kan de vereniging een preventief beleid opstellen, waarmee risico´s beperkt kunnen worden. Discriminatie en met name discriminerende en seksistische opmerkingen langs of op de velden moeten aangepakt worden. Degenen die dergelijke opmerkingen maken dienen te worden aangesproken op hun gedrag. Dat kan ad hoc door leden van het bestuur die het toevallig horen en de club beschaafd willen houden, maar er is ook een mogelijkheid om een vetrouwenscommissie of VertrouwensContactPersoon (VCP) aan te stellen. Bij die commissie kunnen voorvallen gemeld worden, zowel de ernstige zaken als de onschuldige opmerkingen.
Hieronder lees je hoe een preventief beleid tegen seksuele intimidatie kan worden opgezet en hoe een vertrouwenscommissie wordt ingesteld. Gezien het feit dat het op de vereniging kan voorkomen, is het verstandig hier aandacht aan te besteden. Elke hockeyvereniging streeft immers een veilig sportklimaat na, waarbij de sporters en medewerkers zich lichamelijke en geestelijke goed voelen.
Beleid tegen (seksuele) intimidatie en discriminatie op de hockeyvereniging
Met de gedachte in het achterhoofd dat seksuele intimidatie en discriminatie overal voor kán komen, vraagt menig verenigingsbestuurders zich af hoe dergelijke situaties te voorkomen zijn. Elke hockeyvereniging streeft een veilig sportklimaat na met een goede begeleiding. Sporters en medewerkers moeten zich lichamelijk en geestelijk goed voelen binnen de vereniging. Misbruik en discriminatie kan echter overal plaatsvinden, met grote schade voor betrokkenen en de vereniging als geheel.
Elke vorm van discriminerend en/of seksueel getint gedrag in verbale of fysieke zin, dat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren door de ontvanger, is niet acceptabel. Seksuele intimidatie of discriminatie komt voor tussen sporters onderling, tussen kaderleden onderling en tussen kader en sporters. Vaak zijn kinderen het slachtoffer, maar ook volwassenen maken het mee.
Er kan sprake zijn van alledaagse seksuele intimidatie of discriminatie, waarbij dubbelzinnige opmerkingen worden gemaakt, of het lichaam van sporters of trainers openlijk wordt vergeleken of onschuldige grappen over minderheden of kleine pesterijen tegen hen die niet aan het ideaalbeeld voldoen. Het is belangrijk ook voor deze, vaak als onschuldig betitelde vormen van seksuele intimidatie, oog te hebben. Er zijn groepen die zich niet op hun gemak voelen op een vereniging waar dit veel voorkomt. Daarnaast beginnen ernstigere vormen van seksuele intimidatie, zoals aanranding, vaak met iets onschuldigs.
Seksuele intimidatie en misbruik
We spreken van seksueel misbruik, wanneer het slachtoffer jonger is dan 16 jaar en een afhankelijke positie heeft in een functionele relatie met de pleger. Bijvoorbeeld een relatie tussen sporter en trainer. De trainer heeft een bepaalde machtspositie ten opzichte van zijn pupil, die hij kan misbruiken. Vaak wordt eerst een vertrouwensrelatie opgebouwd met de sporter, waarna de pleger stapje voor stapje verder gaat, verder dan toelaatbaar.
Het is belangrijk dat je jezelf realiseert dat een vereniging er voor zorgen moet dat het risico op seksuele intimidatie en misbruik zo klein mogelijk is, maar dat je nooit elk risico kan uitsluiten. Wie van kwade wil is, kan altijd een situatie creëren waarin misbruik mogelijk is. Het gaat er om dat je de risico´s tracht te beperken en een eventuele pleger niet onbedoeld in de kaart speelt.
Preventief beleid
Preventiebeleid moet gericht zijn op het beïnvloeden van de risicofactoren, zoals een situatie waarin vrouwen de minderheid zijn of intensieve één-op-één relaties tussen sporter en trainer. Het zal duidelijk zijn dat elke vereniging een andere aanpak nodig heeft. Verenigingen verschillen immers in ledenopbouw (top)hockeyniveau. De basis van alle preventie is het creëren van een cultuur waarin mensen respectvol met elkaar omgaan. Elk lid of bezoeker van de vereniging moet normen als gelijkwaardigheid en veiligheid hoog in het vaandel hebben staan. Daarnaast is een’ open’ sfeer belangrijk, zodat moeilijkheden ook bespreekbaar zijn en serieus genomen worden.
Met betrekking tot voorkoming van seksuele intimidatie en misbruik zijn een aantal punten te noemen waar aandacht aan kan worden besteed. Een eerste punt is het bewustmaken van potentiële plegers, zodat diegenen die zich niet van het risico van te grote afhankelijkheid bewust zijn (en in één-op-één relatie werken), niet de fout ingaan maar bijvoorbeeld meer mensen rond de sportbeoefening betrekken. Je kan ook aandacht besteden aan afspraken over toezicht en begeleiding met trainers en begeleiders. De sociale veiligheid van de accommodatie is tevens een punt van aandacht.
Tot slot kan je in je beleid aandacht besteden aan die groepen die relatief gezien ‘meer’ risico lopen dan andere groepen, zoals jonge sporters in de tienerleeftijd die intensief en ambitieus met hun sport bezig zijn.
De landelijke poule van vertrouwenspersonen
Iedereen die lid is van een sportvereniging in Nederland kan beroep doen op een landelijke poule van vertrouwenspersonen. Deze mensen zijn onafhankelijk, kennen de sportwereld en zijn geschoold om vertrouwenswerk te doen. Een vertrouwenspersoon luistert naar klachten en problemen, gaat na of bemiddeling of informele afhandeling van de klacht wenselijk en mogelijk is, bepaalt in samenspraak met de hulpvrager de te ondernemen stappen, verwijst door naar hulpverlening, ondersteunt klager bij het indienen van een klacht bij het bevoegd gezag of het doen van aangifte bij justitie en verleent nazorg. Indien een slachtoffer behoefte heeft aan een vertrouwelijk gesprek buiten de eigen vereniging kan er contact opgenomen worden met de 808 Telefonische Hulpdiensten (24 uur per dag op 0900-2025590 of via regionaal nummer) of met de Kindertelefoon (elke dag tussen 2 en 8 uur op 0800-0432).
VertrouwensContactPersoon (VCP) of -commissie op de eigen hockeyvereniging
Naast deze mogelijkheid is het natuurlijk mogelijk op de eigen vereniging een VertrouwensContactPersoon aan te stellen. Hiermee maak je je leden duidelijk dat je problemen serieus neemt. Deze persoon kan iemand van binnen de hockeyvereniging zijn, of een extern persoon (bijvoorbeeld huisarts). De drempel om op een vreemde af te stappen is voor de één hoger dan voor de ander.
Er zijn steeds meer hockeyverenigingen die een preventief beleid tegen seksuele intimidatie en discriminatie willen opstellen en voeren. Een hockeyvereniging uit Noord Holland heeft een vertrouwenscommissie ingesteld, die tot doel heeft een gezond verenigingsleven te behouden, waarbij normen als veiligheid en gelijkheid door eenieder gedragen worden. De commissie bestaat uit een jurist, een gezondheidsdeskundige en een ervaringsdeskundige. De commissie is een onafhankelijk adviesorgaan, dat men zelf gaat ‘dokteren’ moet namelijk voorkomen worden. Een commissie kan de kleinere klachten zelf afhandelen en zeker ook een vorm van toezicht houden op handhaving van bepaalde normen en waarden. Pesterijen tussen teamgenoten, gedragingen in en om het veld, bepaalde discriminerende of kleinerende opmerkingen: het zijn zaken waarover melding kan worden gemaakt bij de leden van de vertrouwenscommissie en waarbij de commissie actief corrigerend kan optreden.
Bij ernstigere zaken kan de VertrouwensContactPersoon of vertrouwenscommissie advies geven aan het slachtoffer over eventueel te volgen stappen. Het slachtoffer moet duidelijk gemaakt worden wat het verschil is tussen het melden van het voorval en het doen van aangifte. Melding kan door een ander gedaan worden (bv bestuur) op anonieme basis, waardoor politie onderzoek en strafrechtelijke vervolging achterwege blijven. Dit kan van belang zijn wanneer er meer klachten over de verdachte zijn binnengekomen. Aangifte kan alleen door het slachtoffer zelf worden gedaan. Hierbij wordt een proces-verbaal opgemaakt en zal de politie op zoek gaan naar bewijzen. De officier van justitie bepaalt op grond van die bewijzen of de verdachte moet voorkomen.
Mocht het een ernstig voorval betreffen dan kan het beste melding dan wel aangifte bij de politie worden gedaan en een klacht worden ingediend bij de tuchtcommissie van de KNHB. Het betreft immers het vermoeden van een strafbaar feit, waarvan men het onderzoek naar en de afhandeling van, beter kan overlaten aan politie. De sportbond kan vervolgens de pleger een sanctie opleggen, bijvoorbeeld een verbod voor bepaalde tijd om als trainer te werken.
Het opzetten van een vertrouwenscommissie op de eigen hockeyvereniging
Het instellen van een vertrouwenscommissie, die seksuele intimidatie en discriminatie moet voorkomen en bestrijden, heeft wat voeten in de aarde. Het is goed om de gedragsregels seksuele intimidatie, opgesteld door NOC*NSF, te raadplegen.
Realiseer je dat seksuele intimidatie en discriminatie voorvallen overal kunnen voorkomen, ook op jouw vereniging. De hockeysport maakt zich altijd sterk voor normen en waarden op het veld, maar zeker ook daarbuiten. Besteedt dus aandacht aan het voorkomen en bestrijden van seksuele intimidatie en discriminatie op jouw vereniging!
De KNHB stelt het op prijs om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen op dit vlak bij de verenigingen. Zo horen we graag welke verenigingen een vertrouwenscommissie of VertrouwensContactPersoon instellen of een ander initiatief ontplooien. Je kan dit laten weten aan Chantal Mies, chantal.mies@knhb.nl of op 030 – 3077 613. Ook voor vragen rondom dit onderwerp kan je terecht bij haar.