Fase 1: Uitverdedigen versus storen – A-jeugd

Doel
Via snel en gericht samenspel medespeler aanspelen.
Bij balverlies passlijnen dicht.

Uitleg
3 tegen 2 met scoren in doeltjes.

Organisatie
Veld: 2 keer uitzetten op half veld (veld 30 x 20 meter).

Algemeen
• Een speler van blauw (1) passt bijvoorbeeld de bal naar speler 2 van oranje. Dit team tracht over de 23 meterlijn te scoren in een geel doeltje.
• Blauw verstoort het uitverdedigen van oranje en tracht de bal te veroveren en te scoren in het normale doel. Als blauw over de 23 meterlijn is, mag de medespeler aan de zijlijn aansluiten.
• Blauw wisselt met oranje na 2 doelpunten van een van beide ploegen.

Tips balbezit
• Pass met goede snelheid en richting.
• Ben aanspeelbaar (buitenkant).
• Gebruik de harde schijnpass (flats en push).

Tips niet-balbezit
• Dwing de balbezitter naar de zijkant.
• Lok het maken van fouten uit.
• Voer een snelle counter uit na het veroveren van de bal.

Tips omschakelen
• Dwing de balbezitter naar de zijkant.
• Lok het maken van fouten uit.
• Voer een snelle counter uit na het veroveren van de bal.

Makkelijker maken
• Maak het veld dieper (tot middenlijn).

Moelijker maken
• Geef 1 speler extra per team.

Deel deze pagina